Blogfoto

Blogfoto

dinsdag 23 november 2010

Hanoi - Sapa - Halong Bay

Toen we nog in Thailand vertoefden, werd ons enthousiasme over Vietnam afgekoeld door verhalen van andere reizigers. Vooral de naar verluidt op geld beluste en onvriendelijke bevolking werd telkens weer gehekeld. Eerst zien dan geloven, dachten wij, maar wat betreft Hanoi - de hoofdstad van Vietnam - kunnen we stellen dat die geruchten niet van de lucht waren.
Vietnam is een communistisch land dat contradictorisch genoeg het vrije markt principe heeft omarmd met glinsterende dollartekens in de ogen. Of zoals een van onze gidsen het verwoordde toen hij ons een reden gaf voor een gebedje bij een boeddhabeeld: "pray to Buddha for much money easier" (sic).

Hanoi is een behoorlijk ruige en ongezellige metropool - tenzij u het gezellig vindt om tijdens een willekeurige wandeling te merken dat een vrouw de ene pad na de andere de hersens inslaat met de botte kant van een slagersmes ter voorbereiding van een ongetwijfeld succulente maaltijd. Doorgaans wandel je in de straatgoot aangezien het voetpad ingepalmd wordt door kokerellende vrouwen (cfr. supra) en eetstalletjes, om nog maar te zwijgen van de overal geparkeerde bromfietsen. En langs de andere kant zoeft dan het straatverkeer voorbij met een onophoudende kakofonie van auto- en bromfietstoeters.
In Hanoi bezochten we o.a. de Literatuur Tempel en de Hoa Lo gevangenis. Deze gevangenis werd gebouwd door de Franse kolonisten om Vietnamese revolutionairen op te sluiten maar kwam tijdens de Vietnamoorlog goed van pas om Amerikaanse krijgsgevangenen onder bedwang te houden. Een van de bekendste residenten was senator John McCain. Afgaand op de behoorlijk objectieve informatieverstrekking beklaagden we het ons dat we deze plek geen veertig jaar geleden waren komen bezoeken (zie foto): zo'n gezellige boel was me dat!

Wij zagen Hanoi vooral als een noodzakelijk kwaad om van hieruit naar andere bestemmingen te reizen: Sapa en Halong Bay.

Het bergachtige Sapa herbergt spectaculaire rijstterrassen en verschillende bergvolkeren, etnische minderheden die hun toevlucht hebben gezocht in de meer afgelegen gebieden. Onze driedaagse trekking in Sapa werd echter overschaduwd door twee spelbrekers: enerzijds de mist en anderzijds een luidruchtige en pedante Fransman. De eerste zou ons gedurende de gehele driedaagse in varierende mate vergezellen; de tweede werd gelukkig na dag 1 al van groep verplaatst wegens asociaal gedrag.
Buiten de verbluffende panoramazichten wanneer de mist het even toeliet, onthouden we verder nog ons plezant reisgezelschap met uiteenlopende persoonlijkheden, de contacten met de bergvolkeren, maar vooral onze charmante gids Chu. Chu is een enthousiaste 18-jarige Hmong (een van de verschillende bergvolkeren) en liet ons tijdens de tocht ook even een kijkje nemen in haar huis: bijzonder confronterend. Bij het afscheid reserveerde ze dan ook een plaatsje in ons hart en we hopen dat haar verdere leven iets rooskleuriger zal zijn dan dat van de gemiddelde Hmong.

Daarna werden we betoverd door het majestueuze Halong Bay tijdens een luxueuze cruise waarin we ook nog wat kayakten en een plonsje in het warme water waagden. Voor dit deel verwijzen we door naar de foto's, die wellicht meer zeggen.

Ondertussen zijn we na een verschrikkelijke rit op de nachttrein aangekomen in Hue en dat blijkt voorlopig een bijzonder welgekomen verademening te zijn van het hectische Hanoi. Wordt vervolgd!

zaterdag 13 november 2010

Chiang Mai - Mae Hong Son - Pai

Na de tempelruines trokken we naar het noorden van Thailand en dat liet zich merken in het landschap: de grote vlakten ruimden plaats voor bergmassieven. We bezochten Chiang Mai, de culturele hoofdstad van Noord-Thailand, om van daaruit verder te trekken naar de kleinere steden Mae Hong Son en Pai.

Chiang Mai valt nauwelijks te vergelijken met het chaotische Bangkok: de stad is weliswaar nog altijd rommeliger dan de doorsnee Europese grootstad maar anderzijds is de Westerse invloed frappant. Zonder zijn authenticiteit als Thaise grootstad te verliezen zijn grote delen van de stad toegespitst op het alomtegenwoordige toerisme. Op zoek naar een hostel was het in de hiervoor aangewezen wijk zelfs niet gemakkelijk om een Thai te spotten.
Het verplichte nummertje tempels bezoeken in Chiang Mai viel ons als jonge architecten wat tegen: de tempels zien er langs de buitenkant best mooi uit maar binnenin is het telkens weer een grote ruimte met veel opsmuk en boeddhabeelden. Vrij kitcherig naar Europese standaarden. De echte activiteiten in Chiang Mai waren dan ook vreemd genoeg niet in maar buiten de stad te doen. Zo gingen we lichtelijk de GAIA-toer op en bezochten we het 'Elephant Nature Park': een toevluchtsoord voor mishandelde en verwaarloosde olifanten. Verder werden we geintroduceerd in de geheimen van de Thaise keuken tijdens een kookcursus, gingen we helemaal op in een avondje Thai boxing en namen we deel aan een "one day trek", waar we o.a. een bezoek brachten aan een van de controversiele "Longneck Villages", lekker nat werden bij het "white water raften" en - kwestie van het GAIA-gehalte toch wat terug te dringen - een jungletochtje maakten op een olifant. En om de beleving compleet te maken pikten we nog een missverkiezing mee: "Queen of Transgender Chiang Mai 2010"!

De portie indrukwekkende natuur kregen we royaal voorgeschoteld in Mae Hong Son met als hoogtepunt het brommerritje waar we twee afgelegen en prachtig gesitueerde dorpjes bezochten. (We hopen dat de foto's hier gewoon voor zich zullen spreken.) Ook werden we getrakteerd op een lokaal festivalletje, inclusief lekker vals zingende Thai en een aandoenlijk kinderbandje.

Pai (eerder uitgesproken als het Engelse "bye" in plaats van "pie") was dan weer de toeristische tegenhanger van Mae Hong Son. Zo werden we door een lokale marktkramer olijk over dezelfde kam geschoren als het Westerse uitgaansvolk en kregen we om 18u een spottende "good morning" toegesmeten, terwijl we al vanaf de vroege voormiddag op stap waren naar hete waterbronnen, watervallen en adembenemende uitzichten. Boehoe.

Vanavond belooft geen verkwikkende nachtrust te zijn want we brengen de avond door op de luchthaven: vanaf morgen zitten we in Vietnam!

maandag 1 november 2010

Ayutthaya - Lopburi - Sukhothai

Het volgende hoofdstuk in onze reis laat zich ruw beschouwd beschrijven in twee woorden: enerzijds tempelruines en anderzijds tempelruines. Met gelukkig tussendoor genoeg afwisseling om het verteerbaar te houden. Zo strandden we achtereenvolgens in de steden Ayutthaya, Lopburi en Sukhothai.

Ayutthaya is historisch gezien de relevantste van deze steden, en de tempels waren hier dan ook van de grootsten die we tot nu toe gezien hebben. Met indrukwekkend hoge en steile trappen. Waarna Ingeborg -wellicht zwaar onder de indruk van de indrukwekkend hoge en steile trap- prompt onze reisgids liet vallen van de indrukwekkend hoge en steile trap. Ayutthaya ligt op een eiland dat gevormd wordt door de samenkomst van drie rivieren en dat bood o.a. de gelegenheid voor een boottochtje bij zonsondergang. Tijdens dit tochtje werd al snel duidelijk dat de overstromingen in Thailand zwaarder waren dan we aanvankelijk gezien hadden.

De treinreis naar Lopburi werd dan ook gedomineerd door de vrees dat deze stad misschien wel helemaal niet bereikbaar zou zijn vanwege de overstromingen. Gelukkig voor ons bleek daar bij aankomst niets van te merken en werden we al snel geconfronteerd met de meest beruchte inwoners van Lopburi: de apen. Lopburi is in feite een saai doch aangenaam stadje dat door een vreemde wending in de geschiedenis te kampen heeft met een leger van duizenden apen. Hun uitvalsbasis is Prang Sam Yot, hetgeen beter bekend staat onder de behoorlijk spitsvondige naam "Monkey Temple". En afhankelijk van je positie ten opzichte van deze tempel maak je kans om zo'n deksels beest tegen het lijf te lopen in de stad. Ooit al bedreigd en achtervolgd door een aap? Check. Ooit al de ontbijttafel gedeeld met een aap? Check. Afin, in feite was er weinig sprake van delen: de rakker klom rustig op de lege stoel naast mij, legde zijn poot in mijn bord en maakte me duidelijk dat mijn aanwezigheid niet meer gewenst was. Dus zijn we maar snel met het deel van ons ontbijt dat nog te redden viel veilig binnen gaan zitten.
Na de onvermijdelijke en weinig noemenswaardige tempels -de slimme lezer heeft ongetwijfeld al in de mot dat Lopburi zijn bekendheid aan de apen heeft te danken- hebben we er een scooter gehuurd en zijn we het land in getrokken, op weg naar o.a. een vleermuizengrot en een enorm smakelijk en sfeervol etentje in een hutje op een meer.

Last but not least: Sukhothai. Hoewel historisch gezien minder relevant dan Ayutthaya zijn de tempels hier beter bewaard gebleven. Met een aantal reiskompanen wandelden we door een oase van groen en rust langs "chedi's", "prangs" en boeddhabeelden. Cultuur op zijn best. Want een opvallend verschil met Europees cultureel erfgoed is dat het hier -en dat geldt trouwens ook voor de andere steden- geenszins verziekt is door het toerisme: je wandelt doorgaans alleen door de site en je wordt niet of nauwelijks opgezadeld met standjes vol 'toeristischen brol'.

Morgen trekken we ook hier weer voor een dagje verder landinwaarts met de scooter om daarna onze tocht verder te zetten naar Chiang Mai, het mecca van cultureel Thailand.

Groetjes!

Voor foto's: check Picasa.