Blogfoto

Blogfoto

woensdag 4 juni 2014

Ecuador

Ecuador is met voorsprong het kleinste land in Zuid-Amerika dat we tijdens deze reis zullen bezoeken maar we zullen hier naar alle waarschijnlijkheid toch het langst van alle Zuid-Amerikaanse landen gebleven zijn. Het is nu al duidelijk dat dit land herinnerd zal worden als drie afzonderlijke hoofdstukken: onze trip naar de Galapagoseilanden, de vier weken vrijwilligerswerk op een boerderij aan de voet van de Cotopaxi, en als derde hoofdstuk alle andere dingen die we hier gedaan hebben.
Om de berichten niet te lang te maken hebben we een apart bericht over de Galapagos en het vrijwilligerswerk geschreven.

We begonnen onze twee maanden in Otavalo. Deze stad is bekend om zijn inheemse markt, één van de grootste in Zuid-Amerika. Dit bleek een goede gelegenheid om ons al voorzichtig te wapenen tegen de koudere temperaturen die we verder zuidwaarts mogen verwachten. De warme mutsen hebben alvast nu al hun nut bewezen.
We reisden verder naar Quito en troffen een stad aan zoals we er precies al veel hebben gezien en er spijtig genoeg nog veel verwachten te zien. Behalve het historische centrum was er weinig charme te bespeuren en we kunnen nu al stellen dat we niet echt wild zijn van de Zuid-Amerikaanse grootsteden. Door zijn centrale ligging zijn we hier nochtans vaak uit noodzaak tussen twee andere bestemmingen gepasseerd.
Quito: mooi historisch centrum maar voor de rest zeker niet onze favoriete bestemming
Toen we op de juiste moment en de juiste plek bleken te zijn voor de verandering van de wacht aan het Palacio del Gobierno bleken we meer te zien te krijgen dan we oorspronkelijk hadden verwacht. President Rafael Correa was immers jarig en verscheen tijdens een publieke ceremonie samen met de vicepresident vanop het balkon van zijn paleis om verjaardagswensen te ontvangen van het toegestroomde publiek.

Hierna was het hoog tijd om het tropisch woud van Ecuador te zien. We bezochten zowel het nevelwoud, in Mindo, als het regenwoud, in het Cuyabeno Wildlife Reserve.
Mindo is een klein dorpje dat volledig op maat is gemaakt van de toerist die zo veel mogelijk wilt zien en doen met zo weinig mogelijk tijd en moeite. Zo is er een mariposería met tientallen soorten vlinders, een orquidería met honderd soorten tropische bloemen, en een tuin vol exotische vogeltjes, allemaal op wandelafstand van het dorpcentrum. Bovendien gingen we hier ook ziplinen en moesten we een ochtend vroeg uit de veren om het paringsritueel van de rode rotshaan (cock of the rock in het Engels) te observeren. Mindo is per slot van rekening een paradijs voor vogelliefhebbers.
Geheel anders was het dan in het Cuyabeno Wildlife Reserve, waar we vijf dagen in het regenwoud vertoefden. De lijst met dieren die je hier potentieel kan zien is op zijn minst duizelingwekkend te noemen maar hou rekening met dat ene subtiele woord: potentieel. Onze lijst van dieren die we tijdens deze vijf dagen zagen bevat o.a. vele soorten apen, een luiaard, een kaaiman, een slang, vele toekannen en papegaaien, tarantula’s en andere fraaie spinnen, een schorpioen, kikkers en gecko’s. Stukken kleiner is ons lijstje als we hiervan de dieren weerhouden waarvan we ook een goede foto konden nemen. De dieren worden doorgaans gespot vanuit een bootje op de rivier en blijven op een veilige tientallen meters afstand. In feite ging het voor ons dan ook meer om het gevoel van diep in de jungle te verblijven, ver weg van de beschaving. Zeer bepalend voor dit unieke gevoel zijn de geluiden van de jungle, die doorheen de dag veranderen: het vreemde geluid van de oropendola bij zonsopgang en -ondergang, het gebrom van een nabije brulaap of de krekels die de achtergrond vormen van de geluiden ‘s nachts. Het is een ervaring die moeilijk te vatten valt in woorden of beelden maar niet snel zal worden vergeten.

Hierna vertrokken we voor acht dagen naar de Galapagoseilanden.

We vlogen de 1.000 km tot het Ecuadoriaanse vasteland terug en kwamen aan in de luchthaven van Guayaquil om meteen verder te rijden tot Cuenca, de minder grote maar ook minder grootse variant van het historische Quito. Hoewel het oude centrum van Quito meer te bieden had, komt Cuenca door zijn kleinere schaal een stuk aangenamer en toegankelijker over. Buiten de onvermijdelijke koloniale architectuur gingen we hier nog eens naar een museum, in de eerste plaats om enkele tzantza’s (gekrompen mensenhoofden) van dichtbij te kunnen bekijken.
Na Cuenca verlegden we ons persoonlijke hoogterecord en gingen we twee dagen op bijna 4.000 m hoogte wandelen in de highlands rond het indrukwekkende Quilotoa-meer. Het weer was op deze hoogte geen betrouwbare factor en op onze eerste dag moesten we een druilerige namiddag trotseren om op onze overnachtingsplaats te geraken. Het was gelukkig de moeite. Wanneer het weer het toeliet, waren de uitzichten prachtig.
Wanneer de wolken het toelieten, was het zicht op het Quilotoa-meer fantastisch.
Met vermoeide benen maar ook de nodige hoogte-ervaring begonnen we hierna aan onze vier weken vrijwilligerswerk op een boerderij aan de voet van de Cotopaxi.

De aanpassingsperiode tussen reizen en werken had enkele dagen tijd nodig; minder lang duurde het om na het vrijwilligerswerk terug toerist te worden.
Vooraleer verder zuidwaarts te gaan, maakten we vanuit Latacunga een ochtenduitstapje naar de markt in Saquisilí, de minder toeristische variant van de markt die we in Otavalo zagen.
Ons eerdere weekenduitstapje naar Baños beviel ons wel en we maakten hier dan ook graag een eerste echte tussenstop op onze weg naar Peru. Ditmaal hadden we iets meer tijd en energie om wat activiteiten te doen en zo vond je ons onder andere ’s ochtends tussen de lokale oudjes in de warmwaterbronnen van El Salado, voortdurend wisselend tussen het hete en het koude bad. Verder gingen we de spectaculaire waterval el Pailón del Diablo bewonderen en lagen we bijna even vaak in het water als op de raft tijdens een wel heel intense en natte rafting.

Onze laatste bestemming was daarentegen een heel rustige. Vilcabamba is een mooi gelegen dorpje in het zuiden van Ecuador waarvan wordt aangenomen dat de bewoners een lang leven beschoren zijn. Het zal door dit onbevestigd verhaal zijn dat het dorp dan ook populair is bij buitenlanders, veelal Amerikanen, die hier een optrekje kopen om hun oude dag door te brengen. De sfeer is navenant en buiten een kleine wandeling en een voormiddag paardrijden door een fantastisch landschap had je niet veel meer nodig dan een hotelkamer met fijn tuinterras om de dag door te komen: een prima voorbereiding voor de twee dagen reizen die ons wachten om op onze eerste bestemming in Peru te geraken.

Deze twee maanden in Ecuador hebben tot drie verschillende blogberichten, een hoop foto's en een berg tekst geleid dus we houden ons besluit maar beter kort: Ecuador was top.

Klik hier voor het verslag van de Galapagoseilanden.
Klik hier voor het verslag van ons vrijwilligerswerk.

Galapagos

Na de eerste dag op deze eilanden was het al duidelijk dat we blij mochten zijn dat we nà de jungle naar de Galapagos gingen en niet omgekeerd. Qua wildlife en zelfs ervaring wierp de cruise die we hier maakten wel een bijzonder grote schaduw op ons avontuur in Cuyabeno. We kozen ervoor om een zesdaagse cruise te maken en nog twee extra dagen op eigen houtje te verkennen . (Dat laatste had achteraf gezien gerust wat meer mogen zijn.)

Hoe kunnen we de Galapagoseilanden het best verwoorden? Andere reizigers wisten ons telkens te verzekeren dat het werkelijk zo ongelooflijk is als je op voorhand had vernomen. Het prijskaartje lag een stuk hoger dan we tot hiertoe gewoon waren, dus de verwachtingen waren hooggespannen, en toch, wij vonden het nog véél ongelooflijkerderder.
Vanaf de eerste voet die je op een eiland zet, voel je aan dat de gekende regels van de natuur hier niet meer gelden: prehistorisch ogende vogels vliegen opvallend laag boven de grond, op een rots vol knaloranje krabben staat een reiger die wel heel weinig intentie vertoont om weg te vliegen van de net aangestrande groep mensen en, tiens, deze vreemde iguana komt blijkbaar zelfs gewoon naar ons toe om ons te begroeten. Intussen vliegt een V-formatie van wel vijftien blue-footed boobies rakelings boven onze hoofden en zien we in het ondiepe water van het strand een babyhaai langszwemmen. En dat zijn dan nog maar de eerste vijf minuten.
De Galapagoseilanden waren in realiteit straffer dan de hooggespannen verwachtingen.
We hadden op voorhand wat research gedaan over de uitgestippelde route van onze cruise en er werd heel wat lekkers beloofd. Straf genoeg was onze checklist op het einde van de zesdaagse compleet en zagen we o.a. de befaamde reuzenschildpadden, honderden zeeleeuwen, ontelbaar veel zeeleguanen (de enige zeegaande hagedis ter wereld), tientallen landleguanen, en vele fantastische vogels zoals albatrossen, blue-footed boobies (blauwvoetgent klinkt té stom in het Nederlands) en fregatvogels. Velen hiervan zijn enkel te vinden op de Galapagos en allen zagen we ze in de gekende stijl, totaal onverschillig over onze aanwezigheid en tot op een meter te benaderen - de parkregels moeten immers gerespecteerd worden.
Ons geluk kon blijkbaar niet op want daar bleef het niet bij. Zo stonden we eveneens op de eerste rij bij de paringsdans van albatrossen, blue-footed boobies en fregatvogels, belandden we op weg naar een eiland middenin een groep van wel honderd dolfijnen en waren we getuige van een zeehond die gruwelijk aangevallen werd door een haai - zelfs onze gids met 30 jaar ervaring ging door zijn dak. Beter dan National Geographics!
En dit was nog maar een kleine beschrijving van wat we op land zagen. Onder water zagen we buiten tropische vissen onder andere vele zeeschildpadden, haaien en roggen, en gingen we graag in op de uitnodigingen van de zeeleeuwen om mee te doen met hun behendige onderwaterspelletjes. Koen was zich tevens heel bewust van het bonzen van zijn hart toen hij tijdens een snorkeltrip vanop de boot in het water plonsde, zijn hoofd onder water stak, en drie meter onder hem een gigantische manta voorbij zag zweven.
Moet er nog gezegd dat dit een ongezien avontuur was en dat we nog lang zullen nagenieten van de dingen die we hier beleefd hebben?

Klik hier voor het verslag van ons vrijwilligerswerk.
Klik hier voor het algemeen verslag van Ecuador.

Vrijwilligerswerk

Na zeven maanden reizen was de tijd rijp voor iets compleet anders en begaven we ons naar Hacienda Ilitio, waar we vier weken vrijwilligerswerk zouden doen op een boerderij. Eigenlijk wisten we op voorhand niet veel over wat we mochten verwachten en de eerste dagen vergden dan ook serieus wat aanpassing van ons. In plaats van een knusse hostelkamer wachtte ons hier een koude slaapplek waarin we onszelf moesten behelpen met het (onvoldoende) bedgerief dat we hadden; daar aan de voet van de Cotopaxi kon het verdraaid koud worden ‘s nachts. Ook zelf ons eten maken in een primitieve keuken was een heel ander verhaal dan het reizigerscomfort van elke dag op restaurant te gaan. Na de eerste week kregen we van de hier verblijvende boerenfamilie warme dekens en hadden we onze draai wel gevonden, klaar om te genieten van de unieke opportuniteit om het reilen en zeilen in een boerderij van op de voet te volgen.
De boerderij was spectaculair gelegen aan de voet van de prachtige Cotopaxi.
Hacienda Ilitio, zo hebben we na een tijd vernomen, kan je best zien als het occasionele buitenverblijf van de familie Kohn, die eigenaar is van de Ecuadoriaanse vestiging van de Belgische staaldraadfabrikant Bekaert. De dagelijkse bezigheden zijn niet gericht op winst (door verkoop van producten of dieren) maar draaien om de verzorging van de dieren die hier verblijven. En dat zijn er heel wat. Zo zijn er een tiental koeien, dubbel zoveel paarden alsook schapen en geiten, meer dan honderd lama’s en alpaca’s, een paar ezels en varkens, en nog wat kippen, ganzen, eenden, konijnen en cavia’s. (Wat betreft die laatste twee: den boer wilt van tijd ook wel vlees op zijn bord.) Verder is er ook een wildlife rescue center dat twee beren, een arend, twee condors en drie caracara’s huisvest.

Elke dag begon met hetzelfde ritueel: we brachten de geiten en schapen vanuit hun stallen naar de wei, we verzorgden de cavia’s en de konijnen en we verplaatsen en voederden de varkens. Daarna varieerde het van dag tot dag, gaande van kleine tussendoortjes tot grote taken die de rest van de dag in beslag namen: bomen kappen om nieuwe palen te maken, herstellen van hekken, werken in de groententuin, maken van een nieuwe of verplaatsen van een oude composthoop,... De variatie was enorm en hoewel het werk soms zwaar was, stond de boog gelukkig zelden heel gespannen. Eén van de taken die nog lang zullen bijblijven betrof een koe die de avond ervoor was gestorven en verwerkt moest worden tot eten voor de condors. De ondraaglijke stank die hierbij gepaard ging hebben we spijtig genoeg voor niets moeten ondergaan: het vlees bleek voor 95% te rot om nog van nut te zijn. Een taak die overigens de volgende dag herhaald moest worden omdat een kalf het leven had gelaten. Gelukkig kwamen er bij het kalf niet zoveel vlees en ingewanden kijken en waren we er vroeger bij zodat het rottingsproces nog niet was begonnen. Het leverde ons zelfs een heerlijk stukje vlees voor ’s avonds in de pan op.

Maar het langst zullen ons de boeren bijblijven dankzij wie we deze ervaring konden meemaken: Marcelo, de chef die nooit het zwaarste werk deed maar er op zijn unieke stijl telkens de sfeer inhield (“Muy bien! Verrry goot!”), Narcisa, zijn vrouw en kapitein van het gezin en altijd dankbaar voor onze kleinste prestaties (“Graaacias, chicos!”), Patricio (a.k.a. Pato, a.k.a. Cuchucho vanwege een vreemde anekdote), elke dag sympathiek en werklustig, David, de noeste arbeider en niet altijd even lief voor collega Marco (a.k.a. Gato vanwege zijn katachtige ogen), de stille die zich liefst van al rustig ontfermde over de paarden.
Aan de inkom van het huis van Marcelo en Narcisa werd tijdens de middagpauze geregeld gedold.
v.l.n.r.: Narcisa, Patricio, Marcelo, Marco en David
Het waren vier weken die op sommige momenten wel zwaar konden zijn na zeven maanden reizen en de hieraan verbonden comfortjes, en twee van onze weekends gingen we dan ook op uitstap om even uit te blazen. Zo gaven we Quito nog eens een kans om te beseffen dat een paar goede restaurants toch een dikke troef voor een stad kunnen zijn, en gingen we ook al eens de sfeer opsnuiven in Baños.

Klik hier voor het verslag van de Galapagoseilanden.
Klik hier voor het algemeen verslag van Ecuador.