Blogfoto

Blogfoto

donderdag 21 augustus 2014

Bolivia

Het mooiste eiland in het hoogste commercieel bevaarbare meer ter wereld, de beklimming van een berg hoger dan 6.000 m, een vierdaagse jeeptocht door een epische hoogvlakte met als eindbestemming de bekendste zoutvlakte ter wereld: als je dacht dat we het nu wel allemaal gezien zouden hebben, zat je goed mis.

We pikken de draad terug op aan het Titicacameer. Zoals beloofd kwam hier nog een vervolgstuk aan en we vonden het fijn om vast te stellen dat het beste nog moest komen. Vanuit Copacabana - niet te verwarren met zijn naamgenoot in Rio de Janeiro - namen we de ferry en brachten we drie dagen door op het mythische eiland Isla del Sol.
Isla del Sol is het grootste en zonder twijfel ook mooiste eiland in het Titicacameer.
De Inca's beschouwden Isla del Sol als de geboorteplek van de zon en het eiland is dan ook bezaaid met enkele ruïnes. Maar het is vooral de natuurlijke pracht die een diepe indruk maakt, en ook de sfeer op dit eiland is op zijn zachtst uniek te noemen. De dorpjes zijn nog heel primitief, auto's rijden hier niet en kinderen zijn (nog) niet door toeristen geconditioneerd om bij elke passerende buitenlander om geld, snoep of schrijfgerief te vragen. Kortom een paradijs, maar wel eentje dat behoorlijk koud kon zijn.

En dat laatste hadden we niet veel later wel geweten. Dag twee in La Paz, daags nadat we na 10 maanden nog eens een bekend gezicht gezien hadden (namelijk dat van Kathleen, de nicht van Ingeborg), kampte Ingeborg immers met een zware verkoudheid. Tegen dat ze aan de beterhand was, had de ziekte zich verspreid naar Koen en uiteindelijk hebben we onze verdere planning met een week moeten opschuiven.
De rust was dan ook nodig voor onze volgende ambitie: de beklimmming van de Huayna Potosí, oftewel 6.088 m.
Grenzen verleggen op de Huayna Potosí (6.088 m).
De tocht naar boven vereiste drie dagen en een pak energie. Op dag drie moesten we opstaan rond 00u30 om de laatste verticale kilometer af te leggen. Alles ging goed tot de droge, koude lucht na een tijd de inspanningsastma van Koen een handje kwam toesteken. Tegen dat we de kaap van 6.000 hadden gehaald stond de balans tussen ingenomen zuurstof en vereiste energie al lang niet meer in evenwicht en de steile ijswand bleek het obstakel teveel voor een totaal uitgeputte Koen.
Gelukkig kon Ingeborg deze grensverleggende prestatie nog afmaken en behaalde ze de top. Buiten de verwezenlijking op zich was daar evenwel weinig genot aan. De kou en de wind was daarboven niet te harden en na vijf minuten op de top werd de terugweg aangevat.
Belangrijk weetje: slechts 50% van onze groep, die voor de rest enkel uit mannen bestond, behaalde de top. Inderdaad, een puike prestatie.

Daarna was het dan ook even welletjes qua inspannende activiteiten - bij het schrijven van dit bericht voel ik nog altijd de pijn in mijn dikke teen van de laarzen die we moesten dragen - en we hielden halt in twee obligate steden: Sucre en Potosí.
Sucre, de wettelijke hoofdstad van Bolivia, is een bijzonder aangename stad met een verfijnde, klassieke uitstraling en zou minder als een anomalie aanvoelen moest het ergens in Europa liggen. Op zich is er niet veel te doen maar dat wordt gecompenseerd door de charmes van dit Parijs in dambordpatroon.
Potosí, de hoogstgelegen stad ter wereld, was anders. Haar hoogdagen waren geteld toen de zilvermijnen van de aanliggende Cerro Rico nagenoeg uitgeput waren en wat vandaag overblijft zijn de restanten van een vergane glorie. Toerisme wordt meer en meer een belangrijke bron van inkomsten voor deze stad, die geen andere industrie kent dan mijnbouw, en mijnwerkers verdienen dan ook maar wat graag bij door toeristen een inkijk te bieden in de onmenselijke omstandigheden waarin ze hun brood verdienen. We kozen om dit te doen via een 'ethisch verantwoord' agentschap en werden rondgeleid door Reynaldo, een nog actieve mijnwerker.

En dat brengt ons bij de laatste bestemming in Bolivia, en niet de minste.
Laguna Verde was maar één van de vele onvergetelijke stops tijdens deze vierdaagse.
Vanuit Tupiza maakten we een vierdaagse jeeptocht door de zuidelijke Boliviaanse hoogvlakte en vielen van de ene verbazing in de andere bij het doorkruisen van dit constant veranderende landschap. Bergen, meren, vulkanen, geisers, een thermisch bad, een gigantische zoutvlakte, maar ook dieren zoals flamingo's, struisvogels, lama's, vicuña's en viscacha's kwamen in sneltempo aan bod en waren goed voor honderden foto's die gedoemd zijn om slechts een fractie van de pracht en kracht van deze streek te vatten.
(De typische en onvermijdelijke fotos locas in de Salar de Uyuni zijn genomen met het fototoestel van onze Italiaanse reisgenoten. Deze zullen dan ook pas in latere fase hun weg vinden naar onze picasa.)
(Of misschien ook niet.)

Hebben we de smaak te pakken of wordt het gewoon altijd maar beter? Of is het omdat we uit praktische overwegingen gekozen hebben voor enkel die bestemmingen waar we écht naartoe wilden en hadden we deze keer quasi overal belachelijk veel geluk met het weer?
In ieder geval, Peru legde de lat hoog, maar Bolivia sprong er gelijk een Tia Hellebaut over.

Verwacht van ons nog één bericht; de terugdatum staat immers vast. We zijn weer in België vanaf 19 september.