Blogfoto

Blogfoto

donderdag 18 september 2014

(een hap uit) Argentinië, (een klein beetje) Brazilië en (een dagje in) Uruguay

Nog redelijk lang nadat we (ondertussen bijna een jaar geleden) met het vliegtuig toekwamen in Kathmandu en aan onze grote reis begonnen, was het plan om na Bolivia rechtstreeks naar Buenos Aires te gaan en daar na enkele dagen het vliegtuig terug naar België te nemen. Het overslaan van alles wat tussen Bolivia en Buenos Aires ligt - en dat zijn best wel wat kilometers - was een bewuste keuze. Argentinië staat bekend als een duurder land en we wilden dan liever voor langere tijd in andere landen reizen, maar anderzijds konden we toch moeilijk die Zuid-Amerikaanse wereldstad laten liggen.
De titel van deze post geeft al weg dat dat oorspronkelijke plan niet helemaal gevolgd is.

Als je voor lange tijd reist, kan je het immers nooit laten om te onderzoeken of er niet nóg interessante dingen te zien zijn en ook andere reizigers strooien maar wat graag rond met reisadvies over plekken die zij de moeite vonden. En dan was er ook nog eens Rio, beseften we opeens...
Van het één kwam het ander en zo ontstond uiteindelijk dit laatste, volwaardige hoofdstuk van onze reis.

Het begon in de lijn van waar we in Bolivia waren gestopt: woestijnlandschappen. In de Quebrada de Humahuaca ("Hoe-ma-wa-ka") was die woestijn bezaaid met kleurrijke bergen en koloniale dorpjes; de streek rond Cafayate (volgens de Argentijnse uitspraak "Ka-fa-zjat", dialect voor een kopje koffie dus) was niet minder spectaculair en is bovendien de tweede meest grote wijnstreek van Argentinië. Om die tweede te verkennen huurden we vanuit Salta voor drie dagen een auto.
De Serranía de Hornocal leek net een schilderij.
Eenmaal terug in Salta vlogen we richting Buenos Aires, Hier aangekomen namen we vervolgens de boot naar Colonia del Sacramento, een koloniaal stadje op een bootrit van nog geen twee uur vanuit Buenos Aires, maar ondertussen alweer in een ander land, met name Uruguay.

Intermezzo voor de budgetbewuste reiziger die in de verleiding komt om ook eens naar Argentinië te gaan: was Argentinië nu effectief zo duur? Een vraag die om een beetje context vraagt.
De Argentijnse munt doet het belabberd, en dat heeft zo zijn voordelen. Als je ons uiteindelijk dagbudget in Argentijnse peso's zou omzetten naar dollars volgens de officiële wisselkoers, zou je aan een vrij hoog dagbudget komen. Maar, met de peso die alsmaar in waarde zakt, is de stabiele dollar (of euro) gegeerd goed geworden in Argentinië. Een toerist die het land binnenkomt met wat dollarbriefjes kan die op de zwarte markt omwisselen aan een wisselkoers die tot meer dan 60 % hoger ligt dan de officiële wisselkoers. Als je ergens een goede zaak kan doen, kan je dus tot 60 % meer peso's krijgen voor je dollars.
Aangezien we geïnformeerd waren door andere reizigers, waren we hier goed op voorzien en hadden we sinds Ecuador, waar de dollar de officiële munt is en dus gewoon uit de bankautomaten rolt, een vrachtje dollars op zak. Die werden hier vervolgens gewisseld aan een mooie wisselkoers en dat leidde er uiteindelijk toe dat het effectieve dagbudget, in dollars uitgedrukt, vergelijkbaar was met goedkopere landen zoals Peru of Ecuador.
Conclusie voor de budgetbewuste reiziger die nu pas helemaal in de verleiding is gekomen om ook eens naar Argentinië te gaan: breng genoeg dollars of euro's mee.

De eerste dagen in Buenos Aires bracht Koen voornamelijk door in de lappenmand terwijl Ingeborg op eigen houtje al wat dingen gingen bezoeken, en even werd gevreesd dat onze planning, die op het einde van Bolivia definitief werd vastgelegd door alle resterende vluchten te boeken, een serieuze knauw ging krijgen, maar verrassend genoeg volstond één prachtige winterdag om een parcours af te leggen dat bijna alle essentiële bezienswaardigheden van deze wereldstad met klassieke grandeur behelsde. De laatste volledige dag en wat betere momentjes van Koen in het begin van ons verblijf werden besteed aan een selectie van musea en publieke gebouwen, en uiteraard namen we de gelegenheid om de culinaire troeven van deze stad te onderzoeken.
Dat op de tango geen leeftijd staat bewijst dit danspaar in San Telmo.
Het was dus met een voldaan gevoel dat we na lange tijd nog eens een grote verplaatsing noordwaarts maakten en 's werelds mooiste watervallen gingen bekijken. De watervallen van Iguazu vormen de grens tussen Argentinië en Brazilië en het was dan ook hier dat we, na de Argentijnse zijde van dit natuurspektakel te hebben bewonderd, uiteindelijk voet zouden zetten in het laatste land van deze reis.

Vooraleer te eindigen in Rio de Janeiro maakten we nog twee gesmaakte stops die op de route lagen: het koloniale stadje Paraty en het paradijselijke eiland Ilha Grande - van mooie koloniale dorpjes en tropische stranden kan een mens blijkbaar zelfs na een jaar geen genoeg krijgen.
En daarna was de eindbestemming bereikt. Als Buenos Aires de stad van het rundvlees was, dan is Rio de Janeiro die van het mensenvlees. Paraderen in te klein zwemgerief is hier geen modetrend maar gewoon de enige way of life. Of dat goed of slecht is, hangt af van geval tot geval maar één ding is zeker, een stad als deze hadden we tot hiertoe nog niet gezien.
Je bent nooit alleen om de zonsondergang op het strand van Ipanema te bewonderen.
De ronkende namen spreken bijna gewoon voor zich: het strand van Ipanema en Copacabana, de Suikerbroodberg en uiteraard het wereldberoemde Christusbeeld. Rio was de gepaste plek om deze lange reis af te ronden.

Het is niet gemakkelijk om na een jaar reizen een besluit te formuleren. Sommige clichés kloppen, anderen niet helemaal of helemaal niet. We gaan het niet proberen; we kunnen op dit moment alleen maar enorm dankbaar zijn dat we dit hebben kunnen doen.
Na nog enkele uurtjes zon te hebben gevangen op Copacabana nemen we hier heel spoedig het vliegtuig naar België. En daar zullen we elkaar wel binnenkort zien. Tot daar!