India stond bij ons niet in de eerste plaats bekend als een relaxte,
zorgeloze bestemming. We hadden op voorhand een karrenvracht meningen,
indrukken en informatie over dit land vergaard en na het oversteken van de
grens met Nepal leek het even dat alle denkbare clichés werden bevestigd naarmate
we dichter kwamen bij Gorakhpur, onze tussenstop voor de nacht: de straten
vulden zich geleidelijk aan met verkeer, voetgangers en afval en onderweg werd
er al wel eens een Indiër op zijn hurken betrapt, in positie om zijn gevoeg te
doen langs de rand van de weg. De trippelende kakkerlak in de groezelige
badkamer van onze eerste hotelkamer was het kersje op deze slagroomtaart.
(Neen, voor die kamer hebben we gepast.)
We hadden ons dus al schrap gezet voor onze eerste echte en meteen ook beruchte bestemming in India: Varanasi, de heilige stad aan de Ganges. Het
zal wellicht door dit uitgangspunt zijn dat we na aankomst snel van mening waren
dat de veelal negatieve teneur rond deze mysterieuze stad niet helemaal terecht
en op zijn minst overdreven was. Toegegeven, bewoners, koeien en andere beesten
maken er geen prioriteit van om de kleine, smalle straatjes proper, laat staan
bewandelbaar te houden – praktisch elke stap die je zet, test het
coördinatievermogen van je voeten tot op de centimeter nauwkeurig – en zeer
geroutineerde oplichters, die hun zinnen hebben gezet op toeristenvaluta, deden
ook deze prima voorbereide reizigers even twijfelen over hun ware toedracht.
Maar eenmaal langs en op de Ganges wordt deze lelijke stad opeens de mooiste
chaos ooit gezien en lijkt het steek te houden dat Indiërs ritueel baden en
wassen in een rivier waarin enkele tientallen meters verder restanten van
gecremeerde lichamen worden geloosd. Kinderen, albino’s, ongeboren
kinderlijkjes en heilige sadhoes worden zonder crematie aan de Ganges
toevertrouwd.
Vrij lelijk en oogstrelend mooi waren ook respectievelijk de stad Agra
en diens Taj Mahal. Het stadsdeel voor de toegangspoort van dit wereldwonder vonden
we verrassend genoeg op toeristisch vlak nog vrij onontgonnen maar in een hotel
met dakterras dat zicht heeft op de Taj Mahal hadden we voor de rest dan ook
niet veel meer nodig. Bij ons tweede bezoek aan de Taj, kort na zonsopgang,
hadden we het privilege om als eerste toerist van de dag binnenin het mausoleum
zelf te treden, een magisch en verstillend gevoel in het anders nooit zwijgzame
India.
Vanuit Agra namen we een trein met vijf uur vertraging naar Jaipur en
begonnen we aan onze tocht door Rajasthan, de provincie die voor een groot deel
uit woestijn bestaat en bezaaid is met oude forten, paleizen en sfeervolle
stadjes. We overnachtten in zeven verschillende steden en zagen te veel forten,
paleizen en andere spullen om op te sommen dus hier volgt een zeer korte en onvolledige
samenvatting van deze drie weken.
- In hoofdstad Jaipur kwam het Dewali-festival volop op gang en werden onze
dagen vol forten, paleizen en andere spullen afgesloten door avonden vol
lichtjes, vuurwerk en firecrackers.
- Bikaner staat bekend om zijn tempel waar duizenden ratten - ja, ratten
- vereerd worden en verder maakten we hier een rondrit met gids Ali door de
oude stad.
- De mooiste stad situeert zich in het uiterste westen, heet Jaisalmer
en heeft een schitterend gelegen fort en een collectie prachtige haveli’s.
- Nog indrukwekkender is het fort van Jodhpur, dat verticaal lijkt op te
rijzen te midden van honderden kleine, blauwe huisjes.
- Udaipur en zijn mooie meer brachten dan weer de nodige rust in de
oceaan van forten, paleizen en andere spullen, zoals het naburige fort van
Chittorgarh.
- We maakten de op voorhand zeer evidente maar ter plaatse bekeken heel
ongelukkige keuze om ons verblijf in Pushkar af te stemmen op de Pushkar Camel
Fair. Enkele kernwoorden: “kamelen”, “zand”, “veel volk”, “oorverdovend lawaai”,
“vreemde randevenementen”. Tussen al het tumult door brachten we ook nog tijd
door rond het heilige meer dat voor de gelegenheid volstroomde met pelgrims uit
het hele land, o.a. aan de 'ghat' waar de as van Gandhi verstrooid werd.
- Het rustige en minder bezochte Bundi, zonder grote bezienswaardigheden
maar met een intacter gebleven authentieke Rajahstan-sfeer, was een aangename
afsluiter en werd tevens opgevrolijkt door een lokaal festival. De fijne,
historische haveli waarin we verbleven zorgde voor een extra belevingswaarde.
Na Rajasthan namen we de nachttrein met bestemming Delhi en kwamen snel
tot de conclusie dat dit een vrij aangename, enorm gevarieerde en relatief moderne
metropool is. We kuierden door de oudste delen van de stad, tussen de vele
bezienswaardigheden door op zoek naar moeilijk te vinden streetfood-plekjes,
maar namen tevens de metro naar bruisende, moderne stadsdelen vol winkel- en
fastfoodketens, of naar de rustigere buitenwijken van de stad. Hierdoor kwam
het totaalbeeld van deze stad niet echt overeen met het clichématige
India-plaatje, al moet gezegd dat straatarm en welvarend al te vaak en heel
abrupt naast elkaar gevonden kunnen worden.
Na drie dagen Delhi zochten we Ankita op, een ex-collega van Koen die
als stagiair-architecte een half jaar in Leuven kwam werken, en we verbleven in
haar bakermat Chandigarh, een geplande stad van de hand van Le Corbusier. Ze
leidde ons rond in deze naar Indische normen atypische stad en we logeerden met
veel plezier bij haar thuis. (Haar moeder maakte zowat het beste vegetarische
eten dat we tot nu toe in India hebben gehad.) Deze zeer fijne inside ervaring leerde
ons dat het moderne India verrassend dicht staat bij onze westerse cultuur maar
zich op sociaal-maatschappelijke vlakken toch ook duidelijk onderscheidt. Het
was een enorm interessant maar vooral zeer leuk deel van onze reis, dat we nog
lang zullen koesteren. Aangezien we weten dat je met behulp van Google
Translate deze blog zal checken willen we je daarom via deze weg nog een keer
bedanken: bedankt en tot de volgende keer, Ankita.
Vanuit Chandigarh gingen we verder noordwaarts naar Amritsar, waar zich
het belangrijkste heiligdom van de Sikh bevindt, de Gouden Tempel. Behalve deze
tempel met zeer unieke sfeer zagen we de plek waar duizenden Indische
protestanten werden beschoten door Britse troepen, een gekende scene uit de
film ‘Gandhi’.
Amritsar ligt dicht bij de grens met Pakistan en een andere attractie is de
dagelijkse sluiting van de grensoversteek met het neerhalen van de vlag –
klinkt als een gespannen bedoening maar is in feite onversneden, absurde
hilariteit. Aan beide kanten van de grens speelt zich dezelfde show in gelijklopende
fasen af. Voor het formele gebeuren proberen de landen elkaar te overtreffen in
feestelijkheid en dansen de Indische toeschouwers op loeiharde muziek. (DJ
Grenspost speelde o.a. Jai Ho uit Slumdog Millionaire om de nationale trots aan
te wakkeren; Koen wachtte tevergeefs op Tunak Tunak Tun van Daler Mehndi.) Hierna
volgde het feitelijke neerhalen van de vlag door beide landen, een show van
vlot een half uur waarvan de absurditeit moeilijk in woorden te vatten valt. In
alle ernst steken de landen elkaar naar de kroon in een willekeurig ogende doch
telkens door Pakistan gespiegelde choreografie van marcheren, zo hoog mogelijk
in de lucht te trappen en andere autoritair bedoelde bewegingen terwijl het
publiek uit zijn dak gaat bij al dit nationalistisch vertoon. Topentertainment.
We kochten met plezier de DVD voor 50 rupees.
We zijn ondertussen goed aangekomen in Mumbai en hebben onze portie
Noord-India dus officieel afgerond. Ondanks sommige waarschuwingen en vaak
zelfs veeleer negatieve bevindingen die we voorafgaand aan onze trip hadden
gehoord, hebben we enorm genoten van deze vijf weken. De in your face chaos,
vuiligheid en occasionele confrontaties met onmenselijke armoede zijn niet te
ontkennen maar worden ruimschoots gecompenseerd door de fijne reiservaringen:
de cultuur, de mensen, het eten. Wat dat laatste betreft hebben we een vrij behouden
parcours afgelegd; de meest woelige wateren (pun intended) lijken intussen wel
achter de rug (pun intended) en we hebben in India nog niets meegemaakt dat
erger was dan louter onaangenaam.
Eén ding dat ons wél danig kan irriteren is het aanhoudende gestaar van
Indische jongens, iets waar vooral Ingeborg last van heeft. We vinden het
ondertussen niet meer abnormaal als Indische toeristen meer oog lijken te
hebben voor ons dan voor de bezienswaardigheid waarvoor ze het land zijn
afgereisd. De toenaderingen om even voor de camera te poseren gebeuren o.a.
door reizende families en verlopen in dat geval verlegen en respectvol – op één
dag noteerden we twee uitnodigingen voor een trouw ergens in Chakkamakka.
Van
een minder onschuldig en doorgaans vervelend karakter zijn de ontelbare
toenaderingen door jongens die gewapend met hun smartphones willen vastleggen
dat ze een westerse vrouw hebben ‘ontmoet’. We zijn er nog niet helemaal uit
wat we ervan moeten denken - kledij lijkt geen bepalende factor te zijn om dit
gedrag te vermijden - maar we hebben alvast geleerd om neen te zeggen en ons te
wapenen tegen de paparazzi van het geniepiger soort.
Hoe dan ook, we hebben het hier prima en kijken ernaar uit wat India verder
voor ons in petto heeft in het naar verluidt gemakkelijkere Zuiden. Tot daarna!